uitbater - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die een winkel of andere gelegendheid draaiende en open houd
♢ De uitbater van het café zorgt voor de inkoop en verkoop van dranken en dat het café schoon blijft.
♢ De uitbater van een winkel is vaak ook de eigenaar van de zaak.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van uitbaten met het achtervoegsel -er
Gepubliceerd op 01-11-2017
uitbater
betekenis & definitie