tutoyeren - Werkwoord
1. (rcpq) elkaar met jij en jou aanspreken
♢ Zij tutoyeerden elkaar al jaren.
Woordherkomst
afgeleid van het Franse tutoyer (van tu = jij en toi = jou) met het achtervoegsel -eren
Verwante begrippen
jijen, jouen
Gepubliceerd op 01-11-2017
tutoyeren
betekenis & definitie