Werkwoorden vervoegen
tutoyeren
Tegenwoordige tijd tutoyeren
Ik tutoyeer
Jij tutoyeert
tutoyeer jij?
U tutoyeert
Hij/Zij/Het tutoyeert
Wij tutoyeren
Jullie tutoyeren
Zij tutoyeren
Verleden tijd van tutoyeren
Ik tutoyeerde
Jij/U tutoyeerde
Hij/Zij/Het tutoyeerde
Wij tutoyeerden
Jullie tutoyeerden
Zij tutoyeerden
Voltooid deelwoord van tutoyeren
getutoyeerd
Tegenwoordig deelwoord van tutoyeren
tutoyerend