tang - Zelfstandignaamwoord
1. (gereedschap) een uit twee delen opgebouwd gereedschap waarvan de beide delen op een punt aan elkaar vastzitten en die gedraaid kunnen worden om dingen vast te houden of de knippen
♢ Zou ik jouw tang even mogen lenen?
2. een kwaadaardig wijf
Synoniemen
[2] feeks, furie, haaibaai, harpij, helleveeg, xantippe
Verwante begrippen
hamer, schroevendraaier, moersleutel, werkplaats
Gepubliceerd op 01-11-2017
tang
betekenis & definitie