Gepubliceerd op 03-10-2017

delen

betekenis & definitie

delen - Werkwoord
1. (ov) samen met een ander gebruiken
    ♢ We delen een kamer.
    ♢ Wij deelden alle fooien eerlijk onder elkaar.
    ♢ Eerlijk zullen we alles delen.
2. (ov) in meer dan één stuk snijden of hakken
    ♢ Het stuk koek werd gedeeld.
3. (ov) (wiskunde) rekenkundige bewerking: het aantal bepalen dat een getal (het deeltal) groter is dan een ander getal (de deler)
    ♢ Hoeveel is 12 gedeeld door 3 ?
4. iets aan iemand vertellen
    ♢ Hij deelde zijn gevoelens alleen maar met zijn vrouw.