Gepubliceerd op 04-12-2017

manloos

betekenis & definitie

manloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder dat een mens eraan te pas komt
Deze robot machine werkt manloos.
2. zonder echtgenoot
De manloze vrouw wil juffrouw genoemd worden.

Woordherkomst
afgeleid van man met het achtervoegsel -loos

Synoniemen
[1] automatisch