Gepubliceerd op 30-10-2017

zonder

betekenis & definitie

zonder - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zonderen
♢ Ik zonder
2. gebiedende wijs van zonderen
zonder!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zonderen
zonder je?

Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: sonder
Oudernederlands: sunder
Germaans: *sehwanan
Indo-Europees: *sundraz

Antoniemen
met

Verwante begrippen
gespeend van, ontbloot van, verstoken van, zonder te