lameer - Zelfstandignaamwoord
1. (Zuidnederlands) een vrouw die haar tijd verdoet met kletsen
♢ Die lameer stopt nooit met praten.
lameer - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lameren
♢ Ik lameer
2. gebiedende wijs van lameren
♢ lameer!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lameren
♢ lameer je?
Woordherkomst
Ofwel ontleend aan het Franse la mère (de moeder), ofwel afgeleid van het werkwoord lameren.
Synoniemen
lameerkont
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: