klerikaal - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die de invloed van de geestelijkheid (clerus) in de maatschappij wil bevorderen
klerikaal - Bijvoeglijk naamwoord
1. de geestelijke stand betreffend
2. de invloed van de geestelijkheid op het staatkundige voorstaand
Woordherkomst
afgeleid van het Latijnse 'clericus' of clerus met het achtervoegsel -aal
Synoniemen
kerkelijk
Antoniemen
antiklerikaal, anti-kerkelijk, niet-kerkelijk
Verwante begrippen
binnenkerkelijk, buitenkerkelijk, hoogkerkelijk, interkerkelijk, kerk, kerkelijkheid, laagkerkelijk, randkerkelijk
Gepubliceerd op 04-12-2017
klerikaal
betekenis & definitie