Gepubliceerd op 04-12-2017

kermis

betekenis & definitie

kermis - Zelfstandignaamwoord
1. een feest met attracties
Ben jij al met je kleinzoon naar de kermis geweest?

kermis - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kermissen
♢ Ik kermis
2. gebiedende wijs van kermissen
kermis!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kermissen
kermis je?

Woordherkomst
Afkomstig van het Middelnederlandse kermisse (kerkelijk feest), een samenstelling van kerk en misse met wegval van de -k

Verwante begrippen
jaarbeurs, jaarmarkt