feest - Zelfstandignaamwoord
1. een vermakelijke en vreugdevolle sociale gelegenheid
♢ Ondanks het feit dat Nederland de finale tegen Spanje verloren had, was het bij de huldiging één groot feest.
2. een excuus om je schaamteloos vol te vreten
feest - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van feesten
2. gebiedenwijs van feesten
Synoniemen
festiviteit, fuif, partij
Gepubliceerd op 14-11-2017
feest
betekenis & definitie