Gepubliceerd op 04-12-2017

inkoop

betekenis & definitie

inkoop - Zelfstandignaamwoord
1. (handel) het kopen van goederen
Hij was inkopen wezen doen.
2. (handel) gekochte goederen
Hij had een deel van zijn inkopen bij de kassa laten staan.

inkoop - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkopen
♢... dat ik inkoop

Synoniemen
aankoop, koop

Antoniemen
verkoop