handel - Zelfstandignaamwoord
1. (economie), (handel) de inkoop|in- en verkoop van goederen
2. winkel
3. handelswaar
handel - Zelfstandignaamwoord
1. handgreep, handvat, hendel
handel - Bijwoord
1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
♢ handeldrijven: zij dreven daar al jaren handel mee.
handel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handelen
♢ Ik handel
2. gebiedende wijs van handelen
♢ handel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handelen
♢ handel je?
Synoniemen
[1] commercie
Verwante begrippen
[1] handelaar, handelen, handeling, koopmanschap, negotie, nering, transactie, zaak
Zie ook
Handel
Uitgelicht
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 1.651 anderen in!