handwerk - Zelfstandignaamwoord
1. iets dat met de hand gemaakt wordt
♢ De racefiets van de kampioen is erg kostbaar want hij is handwerk.
2. iets dat van wol, garen en stof wordt gemaakt
♢ Het oude vrouwtje maakt veel handwerkjes.
handwerk - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handwerken
♢ Ik handwerk
2. gebiedende wijs van handwerken
♢ handwerk!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handwerken
♢ handwerk je?
Woordherkomst
samenstelling van hand en werk
Verwante begrippen
ambacht, ambachtswerk, beroep, stiel, vak
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: