Gepubliceerd op 14-11-2017

geel

betekenis & definitie

geel - Zelfstandignaamwoord
1. (kleur) een primaire kleur zoals die van licht met een golflengte van ca. 570 - 582 nm
Het geel van deze afbeelding steekt scherp af tegen het blauw.
2. (dierkunde) Trichomonas gallinae, een aandoening van keel, luchtpijp en krop veroorzaakt door een ééncellige parasiet
Vroeger was het geel een gevreesde, want dodelijke, ziekte die nu veelal genezen kan worden.

geel - Bijvoeglijk naamwoord
1. geel hebbend als kleur
Hij rijdt in een gele auto.

Woordherkomst
Afgeleid van de Proto-Indo-Europees-wortel *ghlo-.

Synoniemen
[2]: frons (valkerij)