dubbel - Bijvoeglijk naamwoord
1. tweemaal voorhanden
♢ Hij kreeg een dubbele uitkering.
dubbel - Zelfstandignaamwoord
1. (m) persoon die in bepaalde scenes een acteur vervangt
2. (n) dubbelspel bij de tennissport
3. (m)/(n) soort bier
dubbel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelen
♢ Ik dubbel
2. gebiedende wijs van dubbelen
♢ dubbel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelen
♢ dubbel je?
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Dubbel liggen
Hevig lachen.
♦ met dubbel krijt schrijven
teveel in rekening brengen
Verwante begrippen
tweeledig, tweevoudig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: