Dubbel
Zie Dietbald
Wiktionary (2019)
dubbel - Bijvoeglijk naamwoord 1. tweemaal voorhanden ♢ Hij kreeg een dubbele uitkering. dubbel - Zelfstandignaamwoord 1. (m) persoon die in bepaalde scenes een acteur vervangt 2. (n) dubbelspel bij de tennissport 3. (m)/(n) soort bier dubbel...
Muiswerk Educatief (2017)
dubbel - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: dub-bel 1. bestaande uit twee gelijke dingen ♢ ze hebben dubbel glas in de ramen 1. ze lagen dubbel van het lachen [ze moesten ontzettend lachen]...
drs. Toine van Hoof (2017)
1. Doublet. De vernederlandste term mag volgens de spelregels bij het bieden niet gebruikt worden. 2. Tweede. Bijvoorbeeld heer-dubbel als aanduiding voor het bezit van de heer en een kleintje in een kleur. Ook: ander.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: