donderdag - Zelfstandignaamwoord
1. (tijdrekening), (dag) een dag van de week die na woensdag en voor vrijdag komt
♢ Op donderdag gaan we altijd naar onze tante.
Woordherkomst
Het eerste lid verwijst naar de Germaanse god Donar, ook bekend als Thor. De naam van de dag is bedoeld als equivalent van het Latijnse dies Iovis (dag van Jupiter).
Verwante begrippen
weekdag, donderdagmarkt, donderdagpad
Gepubliceerd op 13-11-2017
donderdag
betekenis & definitie