Gepubliceerd op 13-11-2017

cel

betekenis & definitie

cel - Zelfstandignaamwoord
1. een kleine ruimte waar iemand voor straf moet zitten (in een gevangenis)
Gevangenen wonen meestal in kleine cellen.
2. een kleine ruimte (in een klooster)
In een klooster bevinden zich cellen.
3. (biologie) de kleinste eenheid binnen een levend organisme waarin alle genetische informatie vervat zit
Iedere levensvorm heeft cellen.
4. een zeshoekige opslagplaats in een bijenraat
5. (techniek) een element van een batterij, een accu of een ander apparaat

Woordherkomst
Afkomstig van het Latijnse cella.

Synoniemen
[2] kloostercel, monnikscel

Verwante begrippen
[1] gevangenis, hechtenis, cachot, kerker, [3] element, membraan, [4] bijenraat, honingraat