kleine - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van klein
kleine - Zelfstandignaamwoord
1. een klein persoon
♢ Die kleine kon er niet goed bij, maar hij kreeg hulp van zijn maatje.
2. een kind, kleuter
♢ Moet die kleine nog niet naar bed?
3. een kleine: net iets minder dan het later genoemde
♢ Hij woont een kleine kilometer van zijn school af.
Gepubliceerd op 04-12-2017
kleine
betekenis & definitie