straf - Zelfstandignaamwoord
1. (juridisch) maatregel of behandeling ter vergelding van een misdaad of overtreding
straf - Bijvoeglijk naamwoord
1. sterk, geconcentreerd
♢ Straffe koffie.
♢ Straffe verhalen.
2. streng
straf - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van straffen
♢ Ik straf
2. gebiedende wijs van straffen
♢ straf!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van straffen
♢ straf je?
Woordherkomst
waarschijnlijk ontstaan uit het bijvoeglijk naamwoord.
Gepubliceerd op 02-11-2017
straf
betekenis & definitie