Gepubliceerd op 10-11-2017

bruid

betekenis & definitie

bruid - Zelfstandignaamwoord
1. een vrouw die in het huwelijk treedt
- Ze was een stralende bruid op die prachtige dag.

Woordherkomst
Vergelijk het Oudsaksische brud (jonge vrouw). Verwant met het Nederlandse bruien (slaan), verwant met bruden (tot vrouw nemen, gemeenschap hebben).

Verwante begrippen
jonggehuwde, verloofde, bruidegom