bruidegom - Zelfstandignaamwoord
1. man die in het huwelijk treedt, het is de mannelijke vorm van bruid en dat is opmerkelijk want er zijn veel meer vrouwelijke vormen van mannelijke woorden
♢ De traditie wil dat bruidegom en gasten de bruidsjurk pas op het allerlaatste moment zien.
Woordherkomst
Oudnl. brudegomo. Voor het eerste lid zie nl. bruid. Het tweede lid is afkomstig van oudsaksisch gumo, gotisch guma (man). Verg. lat. homo (man, mens). met het invoegsel -e-
Gepubliceerd op 10-11-2017
bruidegom
betekenis & definitie