beurt - Zelfstandignaamwoord
1. een gelegenheid of opdracht die bij afwisseling aan één persoon uit meerdere gegeven wordt
♢ De spelregels zeggen dat je dan je beurt moet overslaan.
♢ Wacht even, je moet wel op je beurt wachten.
2. om de beurt: eerst A dan B en dan weer A enzovoorts
♢ Bij tennissen heeft iedere speler om de beurt de opslag.
beurt - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beuren
♢ Jij beurt
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beuren
♢ Hij beurt
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van beuren
♢ beurt!
Gepubliceerd op 10-11-2017
beurt
betekenis & definitie