meerdere - Onbepaald hoofdtelwoord
1. in ruim aantal; alleen attributief met een meervoud
♢ Hij pleegde meerdere moorden.
meerdere - Zelfstandignaamwoord
1. een ander persoon die wint
♢ Hij moest zijn meerdere erkennen in zijn buurman die net een seconde sneller was.
meerdere - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van meerder
Woordherkomst
>Duits: mehrere
Synoniemen
verscheidene
Gepubliceerd op 04-12-2017
meerdere
betekenis & definitie