Gepubliceerd op 10-11-2017

begin

betekenis & definitie

begin - Zelfstandignaamwoord
1. het eerste deel, het op gang komen
In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water.
In het begin was ze verlegen maar toen ze zich eenmaal thuis voelde werd ze brutaal.
2. (waterstaat) de oudste plekken in een oudlandpolder van waaruit het inpolderingsproces begonnen is
Als de polder niet herverkaveld is zijn de beginnen vaak nog in het landschap te herkennen.

begin - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beginnen
♢ Ik begin
2. gebiedende wijs van beginnen
begin!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beginnen
begin je?

Synoniemen
start, aanvang

Antoniemen
eind, einde