aankunnen - Werkwoord
1. absoluut iets of iemand de baas kunnen zijn
♢ Hij had zijn oudere broertje nooit aangekund, maar was nu duidelijk de sterkere.
♢ Hij kon de grote hoeveelheid werk met gemak aan.
2. absoluut een kledingstuk met fatsoen kunnen dragen
♢ Vorig jaar had ze deze dure jurk nog aangekund, maar nu was die volledig uit de mode.
Woordherkomst
samenstelling van aan(voorzetsel) en kunnen(werkwoord)
Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=1
iets aankunnen|
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: