(de; g.mv.) - soepelheid, elegante manier van rijden, waarbij alleen de benen het werk lijken te doen.
• Er zijn dus twee manieren van fietsen: met een gemiddeld verzet de benen snel op souplesse ronddraaien of op kracht rijden met een groot verzet. (...) Een goede renner moet beide manieren beheersen, dus op souplesse en op kracht kunnen rijden, zeker als hij de pretentie heeft goed voor de dag te komen in tijdritten. (HINAG)
