(bw) - met de achterzijde naar voren gekeerd, verkeerd om: (fig.) achterstevoren (op de fiets) zitten, volkomen stuk zijn; (fig.) hij zit met zijn ogen achterstevoren in zijn hoofd, hij fietst met een lege blik in de ogen van de uitputting.
• Zie hem achterstevoren op zijn fiets nog met alle wilskracht uit zijn lijf aanharken bij dat laatste wiel, schitterend! (tv commentator Maarten Ducrot)
→ ondersteboven