Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Tabago

betekenis & definitie

eertijds ook Nieuw-Walcheren geheeten. De geschiedenis van dit eiland als Ned. kolonie wordt hier slechts behandeld, voor zooverre ze in verband staat niet die van Suriname.

In 1654 was aan de gebroeders Adriaan en Cornelis Lampsins door de W.I. Comp. monopolie verleend voor deze kolonie, maar men had het recht (in naam) van Frankrijk op het eiland erkend, krachtens de schenking daarvan aan Cornelis Lampsins, met den titel Van Baron van Tabago, door Koning Lodewijk XIV in 1662 gedaan. Dit is dan ook de reden, waarom, hoewel Abraham Krijnssen (zie aldaar) in April 1667 dit, toen verlaten, eiland opnieuw deed bezetten door sergeant Joan Lantman, als commandeur, met 25 soldaten en eenig geschut, ondanks den inhoud der desbetreffende artikelen van den vrede van Breda, in Aug. d.a.v. de beschikking van den genoemden koning noodig was, om ons weder in het bezit van Tabago te stellen. Maar, evenals Suriname, kwam het onder het beheer der Staten van Zeeland te staan, die de verdreven kolonisten wederom vergunden, zich op hunne plantages te vestigen. Deze kwamen aldaar 22 April 1668 aan met den, door die Staten aangewezen, commandeur, vendrig Abel Thisso, (zie aldaar) een Franschman, die de Nederl. taal zelfs niet voldoende machtig was, om daarin briefwisseling te voeren. Hoewel de kolonie zelfstandig bleef, stonden Thisso en zijn dertigtal soldaten administratief onder den gouverneur van Suriname, waarin zij, wat de personen van Lichtenbergh en Versterre betreft, bovendien hunne militaire chefs hadden te zien.

Het bewind van Thisso kenmerkte zich door een opeenvolging van Indianen-opstanden en soldaten-rebellies en men krijgt den indruk, dat hij daar, evenals later in Suriname als luitenant-gouverneur, geenszins op zijn plaats was. Daarbij zorgden de Staten van Zeeland slecht voor den geregelden aanvoer van levensmiddelen en andere noodzakelijke behoeften, meenende, dat de erven Lampsins, de zonen van den in 1664 overleden Baron van Tabago, zulks behoorden te doen, maar deze bepaalden er zich toe, hun handelsmonopolie op de kolonie uit te oefenen. Die toestand hield aan tot Dec. 1672, toen de Engelschen onder Sir Tobias Bridges met 6 schepen onder Capt. Poole het eiland veroverden, de plantages plunderden en de bewoners, ten getale van 400 blanken en evenveel negerslaven, gevankelijk wegvoerden. Na den vrede van Westminster, in 1674, zonden de Staten van Zeeland den luitenant Thisso met zijne soldaten naar Suriname, waar ook vele der kolonisten, waaronder de Fransche predikant Chaillou, aan een nieuw bestaan geholpen werden.Hiermede sloot voor Tabago het tijdperk als Zeeuwsche kolonie af, want de tocht, door den commandeur Jacob Benckes, in 1676 van wege Amsterdam gedaan, ten einde tijdens den met Frankrijk voortgezetten oorlog Cayenne te veroveren en Tabago weder te bezetten, ging, ondanks het protest der Staten van Zeeland, die meenden hunne rechten op het eiland te moeten handhaven, geheel buiten die provincie en hunne kolonie Suriname om. Deze tocht verbrak bovendien de goede verstandhouding met de Fransche ingezetenen en den gouverneur van Cayenne, Ridder de Lézy, die, na uit zijn kolonie verdreven te zijn, daarin spoedig terugkeerde.

Zie: in het 2e jaarl. verslag van het geschied-, taal-, land- en volkenk. genootschap te Willemstad (1898): Historische schets der Ned. Bovenw. Antillen tot op het einde der 17e eeuw, door J.H.J. Hamelberg, blz. 121 vlg.; 4e jaarl. verslag id. id (1900). Tobago een vergeten Ned. kolonie, door J.H.J. Hamelberg, blz. 21.

Voorts: A. history of Tobago, door H.I. Woodcock, Chief Justice of the island (printed for the Author, Ayr, 1867); L. Sylvius, Historien onses tijds enz. Amst. 1685, 8e boek blz. 583, alsmede archivalia in het rijksarchief in Zeeland aanwezig.

F.E.M.