In den loop der jaren heeft in onze West-Indische koloniën de overheidszorg voor de volksgezondheid zich op velerlei gebied bewogen. Quarantaine-maatregelen, en daaronder zeer strenge, tot wering van besmettelijke ziekten, die door de scheepvaart zouden kunnen binnendringen, zijn reeds vroeg genomen. (Zie CHOLERA en EPIDEMIEËN). Ook maatregelen tot beteugeling van besmettelijke ziekten, wanneer deze waren binnengedrongen.
Tot afzondering van lijders aan lepra (zie aldaar) is men reeds lang geleden overgegaan, in lateren tijd - in Suriname- ook tot afzondering van lijders aan Framboesia tropica (zie aldaar). Verplichte vaccinatie voor onderwijzers en schoolgaande kinderen werd op Curaçao voorgeschreven bij Publ. van 6 Juni 1844 no. 256, in Suriname bij verordening van 15 Dec. 1903, G.B. 1904, no. 16. De verordening van 8 Dec. 1876 (G.B. no. 10) waakte tegen de verspreiding van besmettelijke ziekten op de scholen. Zooals reeds in het artikel EPIDEMIEËN werd opgemerkt, behandelt men in Suriname sedert 1889 de aan trachoom en andere oogziekten lijdende schoolkinderen op de scholen.
Verder heeft het niet ontbroken aan politie-voorschriften tegen vervuiling van erven en openbare wegen, waaraan echter niet steeds met de noodige kracht de hand is gehouden. De openbare reinigingsdienst laat nog veel te wenschen over. Toezicht op den verkoop van levensmiddelen bestaat ook reeds lang. Op 1 Aug. 1911 trad in Suriname de verord. in werking van 6 Jan. 1911 (G.B. no. 25), waarbij een keuringsdienst van voedingsmiddelen werd ingesteld. Sedert worden erom de 3 maanden uittreksels uit het verslag van den dienst gepubliceerd.
Tekort geschoten zijn de koloniale besturen in de watervoorziening (zie aldaar) en in den afvoer van faecaliën, hetgeen niette verwonderen is, gezien de gebrekkige geldmiddelen der koloniën. Minder verklaarbaar is het tekort aan - niet zoo kostbare
- maatregelen tot bestrijding van de filariosis, de malaria en de mijnwormziekte, waarin wij ten achteren staan bij onze Britsche naburen.
Ook aan verbetering van de woningtoestanden is nog zeer weinig gedaan. Een bij Gouv. res. van 28 Juli 1910, no. 20 benoemde commissie bracht rapport uit over den woningtoestand in Suriname (in 1912 te Paramaribo gepubliceerd) en gaf vele goede maatregelen in overweging.
In den laatsten tijd heeft de geneeskundige dienst in Suriname veel aandacht gewijd aan de bestrijding van de tuberculose. Een consultatie-bureau kwam in 1913 te Paramaribo tot stand.
Voor de hygiëne op Curaçao zie men het door een commissie uit den Centralen Gezondheidsraad onder dagteekening van 9 Dec. 1913 uitgebracht ‘Rapport omtrent de voorzieningen, die op sanitair gebied te Willemstad (Curaçao) waren te treffen, teneinde deze haven te doen beantwoorden aan de hoogere eischen, die het, met het oog op de opening van het Panamakanaal te verwachten grooter scheepvaartverkeer zal stellen’.
Van persoonlijke voorzorgen tot behoud van de gezondheid is van de zoo heterogene bevolking, in het bijzonder van Suriname, weinig te verwachten; de pogingen, die men daar sedert vele jaren op de scholen aanwendt om den kinderen goede begrippen omtrent de gezondheidsleer in te prenten, zullen eerst later tot iets goeds kunnen leiden.
Niet onopgemerkt mag blijven dat de Creolenbevolking van Suriname zeer zindelijk is op het lijf en op het eet- en drinkgerei. De tanden worden goed onderhouden. De vrouwen en meisjes hebben de gewoonte op een stukje oranjehout te kauwen en daarmede de tanden te reinigen.
In de steden der W.-I. koloniën is het sterftecijfer vermoedelijk allengs gedaald, maar betrouwbare statistieken ontbreken. (zie verder onder ZIEKENVERPLEGING).