Dubbelstreekspeiling - wordt voornamelijk toegepast wanneer er slechts één peilbaar punt is. Een rechte koers varend, peilt men het punt eerst onder een willekeurige hoek met de koerslijn en noteert die hoek en het tijdstip van de peiling.
Doorvarend blijft men het punt waarnemen, tot het onder een tweemaal zo grote hoek met de koerslijn wordt gepeild als bij de eerste peiling. Dat tijdstip wordt ook genoteerd. De koerslijn en de twee peilinglijnen vormen nu een gelijkbenige driehoek. Zodoende is bij de tweede peiling de afstand tot het gepeilde punt gelijk aan de tussen de twee peilingen afgelegde afstand.
De vierstreekspeiling is een dubbelstreekspeiling waarbij de eerste peiling een hoek van 45° (vier streken) met de koerslijn maakt. De tweede peiling is dan een dwarspeiling (90°). Deze is gemakkelijk accuraat uit te voeren en bovendien vindt men zo de kortste afstand van de koerslijn tot het gepeilde punt. Duikvlag, de internationale seinvlag letter A, die wordt gevoerd door een schip dat met dakwerkzaamheden bezig is en alleen wanneer er een duiker onder water is. Met moet vaart minderen en afstand houden.