Wat is de betekenis van tijdstip?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

tijdstip

de precieze tijd. de precieze plaats waarop iets in de opeenvolging van gebeurtenissen en verschijnselen kan worden gesitueerd door tijdseenheden zoals seconden, minuten, uren, dagen enz.; ogenblik waarop een bepaald gebeuren plaats heeft of zekere toestand zich voordoet; de precieze tijd. Voorbeelden: Belangrijk is alleen het tijdst...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tijdstip

tijdstip - Zelfstandignaamwoord 1. een punt in de tijd Op dat tijdstip lag ik nog lekker te slapen. Woordherkomst samenstelling van tijd en stip Synoniemen moment

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tijdstip

tijdstip - zelfstandig naamwoord uitspraak: tijd-stip 1. punt of plaats in reeks van momenten ♢ op welk tijdstip kwam hij thuis? Zelfstandig naamwoord: tijd-stip het tijdstip de tijdstip...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tijdstip

s.n., stuit (it); geschikt —, pas (it).

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tijdstip

o. (-pen), plaats in de opvolging der verschijnselen; ogenblik waarop een bepaald gebeuren plaats heeft of een bepaalde toestand heerst: op verschillende tijdstippen.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tijdstip

o. tijdstippen (tijdpunt; ogenblik).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tijdstip

('tijt) o. (-pen) tijdpunt.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tijdstip

o. (-pen), tijdpunt.