Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Weegschaal

betekenis & definitie

Een weegschaal, balans of bascule is ’n weegwerktuig. Men maakt bij de constructie gebruik van hefbomen en voorwerpen, waarvan het gewicht nauwkeurig bekend is (gewichten), of van een veer, waarvan de rekkracht behoorlijk is getoetst.

Er zijn dus hefboom- en veer-balansen.In zijn eenvoudigsten vorm — de oude weegschaal — bestaat het toestel uit een gelijkarmigen hefboom met een schaal aan beide einden. Het draaipunt rust op een scherpen kant. Bij gelijke belasting van beide schalen staat de hefboom horizontaal, hetgeen een met den hefboom verbonden naald aantoont. Voor het wegen van grote lasten (geladen karren) dient de weegbrug. Dit is een combinatie van twee ongelijkarmige hefbomen, waarbij de last door een tien- of honderdmaal kleiner gewicht in evenwicht gehouden wordt. (Decimaal- en centimaalbascules).

Een speciaal toestel is een unster, met een ongelijkarmigen hefboom, die aan den korten arm een schaal of haak draagt, om den last op te nemen, en aan den langen arm een z.g. loopgewicht, dat over den gehelen arm verplaatst kan worden.

Verder heeft men veerbalansen, waarbij het gewicht wordt aangewezen door een wijzer, die door het uittrekken of indrukken der veer wordt verplaatst. Aangezien de; elasticiteit der veer op den duur verslapt, zijn deze weegschalen minder betrouwbaar.

Zie ook: Balans.

Weegschaal is ook het zevende teken van den Dierenriem.