afgeleid van het Latijnse woord bilanx, d.i.: twee weegschalen hebbende. Men noemt balans elk werktuig, dienende om het gewicht der lichamen te bepalen (zie Weegschaal).
Het begrip „evenwicht” ligt dus in dit woord opgesloten.De koopman spreekt van „balans opmaken”, wanneer hij rekenkundig nagaat, of de inkomsten en uitgaven van zijn zaak al dan niet in evenwicht zijn.