Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Tank

betekenis & definitie

Een tank is een groot metalen reservoir, dat is dus een bak of een kuip, die meestal dient voor de bewaring van licht brandbare vloeistoffen, zoals olie en benzine. Een duidelijke afbeelding van zulke tanks staat op pag. 1587: een opslagplaats van de Bataafse Petroleum.

Maatschappij. De ruimten aan boord van zeeschepen, waar het drinkwater en de stookolie bewaard worden, heten eveneens tanks.Het is ook de naam van den modernen strijdwagen, die tijdens den Wereldoorlog (hoewel volgens beweringen van Duitse zijde reeds in 1911 door een Oostenrijks kapitein uitgevonden) voor het eerst bij Kamerijk in 1917 met werkelijk resultaat werden gebruikt. De eerste dezer wagens werden in Engeland geconstrueerd en daar te lande met den naam „tanks” aangeduid; deze naam is daarna door de meeste andere landen overgenomen.

De behoefte aan tanks ontstond in den loopgravenoorlog, waarin zij werden gebruikt om een doortocht te banen door de vijandelijke versperringen en om door mitrailleur- of licht geschutvuur de aanvallen der infanterie te dekken, in één woord om bij de geweldige kracht der moderne kleinere vuurwapenen een soort landpantser schip te zijn, waarin men dat vuur doorstaan kan. Er bestaan verschillende soorten tanks, n.l. kleine, lichte, middelzware en zware tanks, die in gewicht afwisselen van 5 tot 30 à 60, soms tot 80 ton (een ton is 1000 K.G.). Zij zijn alle vervaardigd van het hardste nikkelstaal, bewapend met mitrailleurs en de lichte en zwaardere typen bovendien met één of meer stukken snelvuurgeschut. De normale snelheid wisselt naar gelang de grootte en het terrein, van 30 tot 80 K.M. per uur. De dicht bijeengeplaatste wielen van de tank zijn omgeven door een lopenden band, zoals de rupsband bij een tractor. De band wordt aangedreven door een krachtigen motor en is vaak nog voorzien van een soort klauwen, waarmede de tanks zich in den bodem vastgrijpen, zodat zij bij afdalingen niet omlaag storten en zelfs hellingen van 30° kunnen beklimmen. Door deze constructie bleek de tank in den Wereldoorlog op het door loopgraven, versperringen en granaattrechters bijna onbegaanbare gevechtsterrein aan het Westfront, een onmisbaar wapen.