(symbool N. atoomgewicht 14,01), is een kleur-, smaaken reukeloos gas, komt in enorme hoeveelheden vrij in de lucht voor, waarvan het 4/5 van het volume en 3/4 van het gewicht uitmaakt (zie: Dampkring). Het is een zeer indifferent gas, d.w.z. het verbindt zich slechts moeilijk met andere elementen, ten minste bij gewone temperaturen en onder gewonen druk.
Toch is het aantal stikstofverbindingen groot. Van ’t meeste belang zijn voor ons de eiwitten, die in elke levende cel voorkomen, de ammoniak en de salpeter.Aangezien op onze planeet het eiwit de drager van het leven is, moet elk organisme met het voedsel eiwit opnemen. Wij verschaffen het ons door dieren of planten te eten. Vele dieren doen insgelijks. De planten alleen kunnen het eiwit uit stikstof (met andere stoffen) bereiden. Zij krijgen die stikstof uit den bodem, meestal in den vorm van stikstofzouten.
Een andere gewichtige stikstofverbinding is de salpeter, niet alleen als meststof, maar ook omdat het de grondstof is, waaruit het salpeterzuur bereid wordt.
Dit zuur speelt in de industrie een grote rol, vooral bij de fabricage van ontplofbare stoffen, zoals rookloos kruit, nitroglycerine, schietkatoen, pikrinezuur, enz., en ook bij de bereiding van kunstzijde.
