De Olijfberg of juister „berg der olijven” is de naam van een bergrug ten Oosten van Jeruzalem. Door enkele inzinkingen wordt deze rug in een vijftal toppen verdeeld, waarvan het middelste gedeelte, dat parallel loopt met den Tempelberg en den Sion en daarvan gescheiden wordt door het Kidrondal, meer in het bijzonder Olijfberg wordt genoemd.
De Arabieren noemen hem Dsjebel et-toer = heilige berg.Historisch vinden we den berg reeds in Davids dagen (± 1000 v. Chr.) vermeld, maar bekend is hij eerst geworden door de verbinding met den persoon van Jezus. Bekende plaatsen lagen op zijn hellingen en aan zijn voet: Bethanië, Bethfage, Gethsémané. Maar wat den berg vooral tot plaats van bedevaart en aanbidding stempelde, was het feit van Jezus hemelvaart, dat volgens Handelingen 1 : 12 daar plaats vond. Naar deze gebeurtenis en wat de engelen daarbij tot Jezus’ discipelen spraken, heet één der toppen thans nog: Viri Galilaei, d.w.z. Gallilese mannen.
Op dezen ± 820 meter hogen top bouwde keizerin Helena, de moeder van Constantijn den Grote, haar Hemelvaartskapel, thans in het bezit der Mohammedanen, maar op Hemelvaartsdag ook toegankelijk voor Katholieke en Protestantse christenen. De top is nu geheel ontsierd door allerlei bouwsels, die alle een „heilige plaats” heten te beslaan.
Op den Noordelijksten top, bekend als Skopus, stond bij de belegering van Jeruzalem in 70 n. Chr. Titus’ legerkamp. Nu is er sinds 1935 de nieuwe Hebreeuwse universiteit verrezen.
Sommige christenen geloven op grond van de profetie van Zacharia 14 : 4, dat bij het gericht over de volkeren Jezus eenmaal op den Olijfberg weerkeren zal, waarvan Hij ook opgevaren is naar den hemel.
