Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Mekka

betekenis & definitie

is een stad in het Westen van Arabië en de hoofdstad van de Hedjaz (±

80.000 inwoners, tijdens de bedevaarten het dubbele). De stad is gelegen in een dor, zandig dal, aan het punt, waar de wegen naar de haven Djidda, naar Medina, naar de bron El Sed, naar Jemen, naar Perzië en naar Oman samenkomen.

Het voornaamste gebouw in deze heilige bedevaartplaats is de grote moskee El Haram, op welker binnenplaats zich de heilige steen Kaaba en de bron Zem-zem bevindt. De sterk gemengde bevolking leeft bijna uitsluitend van de talrijke pelgrims, die hier gedurende de heilige maanden vertoeven en dan grotendeels in kampen buiten de stad verblijf houden.

Mekka was vóór het optreden van Mohammed een handelsplaats en komt bij klassieke schrijvers voor onder den naam van Macoraba. Nadien heeft Mekka in de wereldgeschiedenis een belangrijke plaats ingenomen als de geboorteplaats van Mohammed; en vooral omdat de Kaäba daar bewaard wordt, is deze stad het centrum van den Mohammedaansen godsdienst geworden. In den Koran noemt men Mekka Oemm al-Koera, d.w.z. moeder der steden.

Nadat het grote Mohammedaanse Rijk uiteengevallen was, werd het bezit van de stad zeer begeerlijk voor verschillende dynastieën van den Islam. Omstreeks 1200 maakte Katada, een afstammeling van den Profeet, zich meester van de stad en de heerschappij over haar en haar omgeving; hij werd de stamvader der Grootsjeriefen, die, eerst onder Egyptisch (1200—1517) en later onder Turks (1517—1917) gezag staande, een zo goed als onafhankelijke positie innamen en rijke inkomsten genoten uit de jaarlijkse bedevaarten en uit de mildheid der Egyptische en Turkse sultans. Daartegenover was het bezit van Mekka en Medina (zij het ook slechts in naam) voor de Sultans van grote waarde, omdat zij daaraan hun aanspraken op het Kalifaat ontleenden.

In 1917 maakte de Sjerief Husein zich onafhankelijk van de Turken en proclameerde zichzelf tot Koning van de Hedjaz. Dit bleef hij tot 1924, toen de stad door Wahabietische troepen bezet werd.

De Islam verbiedt aan niet-Moslims gedurende de bedevaart den toegang tot Mekka; dit verbod komt echter in de praktijk op een absoluut verbod gedurende het gehele jaar neer.