is de grote volkspartij in China, waarvan we, sinds de gebeurtenissen daar ons meer en meer zijn gaan interesseren, iederen dag in de kranten lezen.
Ze ontstond na de verdrijving van den laatsten keizer uit de tot dit doel door SunJat-Sen gevormde revolutie-partij: Komingtang, die overbodig geworden was.
In ons artikel over China en een Chinese jongen op Java vertelden we al iets van de idealen, die Sun-Jat-Sen met zijn „Drie volksbeginselen” in de harten der arme Chinezen wist te wekken. Na zijn dood, in 1925, leefde de beweging verder en breidde zich naar alle kanten uit, daarbij aanvankelijk gesteund door de grote scharen, die als gevolg van den groten nood, waarin China leefde, tot het Communisme waren overgegaan. Uiteindelijk hiervan bevrijd, is de Kwo-min-tang met Tsjang-Kai-Tsjek aan het hoofd het bolwerk in den strijd voor China’s vrijheid en ontwikkeling.
