De mythologie der Grieken en Romeinen vertelt ons van drie godinnen: Aglaïa, Thalia en Euphrosine, de personificaties van lieftalligheid, jeugd en betoverende schoonheid, die de godin Aphrodite (Venus) steeds vergezelden. Dit zijn de Gratiën, bij de Grieken genaamd Chariten.
Het woord gracieus, bevallig, komt van het Franse grace, dat weer overeenkomt met het Latijnse gratia = bevalligheid, zodat de gratiën betekent: bevalligheden.