is de hoofdstad van het Kanton van denzelfden naam. Het is prachtig gelegen aan beide zijden van de Rhône, ter plaatse, waar deze uit het Meer van Genève (Lac Léman) treedt.
Op den linker-oever ligt de oude stad, die indertijd met vestingmuren omgeven was. Hier is het middelpunt van het verkeer, hier zijn de winkelstraten en hier is de zetel der regering.
Als handelsstad en in den geldhandel neemt Genève een belangrijke plaats in. Sedert in 1587 de fabricatie van horloges door den Fransman Cusin werd ingevoerd, is deze industrie nog steeds van grote betekenis.
Verder vertonen ons de winkels schone exemplaren van goudsmeedkunst en getuigen zij van levendigen juwelenhandel.Als overal elders in Zwitserland ziet men hier in de etalages fraaie staaltjes van de kunstvaardigheid der Zwitsers in het houtsnijden.
Aan den rechter-oever ligt de vroegere voorstad St. Gervais, waaromheen zich een brede gordel villa’s en buitenverblijven aansluit.
Tussen beide stadsdelen, aan het uiterste eindpunt van het Meer van Genève ligt, ter zijde van den Pont des Bergues en daarmede door een smallen dam verbonden, het Ile Rousseau, waarop een standbeeld in brons van den bekenden schrijver en wijsgeer Jean Jacques Rousseau.
Reeds in de eerste eeuw vóór Chr. bestond Genève onder den naam Genava als nederzetting der Allobrogen; het werd kort daarna bij het Romeinse. Rijk getrokken. Daarna behoorde Genève afwisselend aan het Bourgondische, het Frankische en het Duitse Rijk. Ten slotte kwam het in het begin der 16e eeuw in bondgenootsverhouding tot de Zwitserse Eidgenossenschaft te staan. Kort daarna ging Genève onder den invloed van Johannes Calvijn tot de Hervorming over en werd de bakermat en het centrum van het Calvinisme. Onder vele binnenlandse en buitenlandse beroeringen heeft Genève zich ten slotte als zelfstandige staat met een vaste verhouding tot den Zwitsersen Bond weten te handhaven;
het werd in 1814 als 22ste Kanton daarin opgenomen.
In al deze veelbewogen tijden en daarna is Genève geworden en gebleven een centrum van geestelijken en wetenschappelijken bloei. Veel belangrijke congressen zijn hier gehouden, zoals bijv. dat, waarop het Rode Kruis werd opgericht, waarvan de zetel nog steeds daar is. Verder heeft Genève in den laatsten tijd over de hele wereld weer een nieuwe, zeer grote betekenis gekregen als zetel van den Volkenbond, gevestigd in een nieuw groot hoofdgebouw, niet ver van het nieuwe grote gebouw van het Internationale Arbeidsbureau, dat in 1925 gebouwd is.
Zie verder hierover: Volkenbond.
De stad is bovendien rijk aan fraaie gebouwen en monumenten. Wij noemen daarvan:
1. De kathedraal St.-Pierre (St. Pieterskerk), gebouwd op de plaats, waar vroeger reeds een Romeinse tempel stond. Naar men meent, reeds in 1034 voltooid, werd deze kerk in de 12e en 13e eeuw in gothischen stijl verbouwd en in 1752 van een portaal in Korinthischen stijl voorzien.
Het grote orgel is bekend om zijn schonen klank en de ruiten van gebrand glas voor het koor zijn bijzonder fraai.
2. Het raadhuis, in de 16e eeuw in Florentijnsen renaissance-stijl gebouwd. Merkwaardig is de oude „trap zonder treden”, waarlangs de Raadsheren in vroeger jaren met zetel en al van de ene verdieping naar de andere gedragen werden. In een der zalen zijn prachtige fresco’s (zie aldaar) uit de 16e eeuw.
Het raadhuis dient tegenwoordig als zetel van de kantonnale regering.
3. Het gedenkteken der Reformatie, waar enige der voornaamste reformatoren in steen vereeuwigd zijn, geflankeerd door standbeelden van vorsten en staatslieden uit dien tijd, voorstanders der Hervorming. Onder hen ziet men o.a. onzen Willem den Zwijger.
