Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Garen

betekenis & definitie

Hoe wordt garen gemaakt? Het antwoord lijkt heel eenvoudig: ’t wordt gesponnen natuurlijk; vroeger deden de huisvrouwen dat zelf op een spinnewiel, maar tegenwoordig heb je grote fabrieken, waar dat gebeurt.

Garen kan gemaakt worden van allerlei vezels, zoals: katoen, vlas of wol en ook wel van langere draden, zoals zijde en kunstzijde. Maar laat ik je alleen maar iets vertellen over katoen, want dat is de grondstof, waarvan het gewone naaigaren gemaakt wordt.
Wat wij nu katoen noemen, zijn de vezels, die men vindt in de zaden van de katoenplant. Het zijn glanzend witte haartjes van ongeveer 2 c.M. lengte, die je gemakkelijk kunt onderscheiden in een dotje watten. Als de vrucht rijp is, springt deze open en kan de wind de zaden verspreiden. Maar de katoenplanter laat de vruchten plukken, vóór dat dit gebeurt en deze dan nog eens goed in de zon drogen.
Daarna wordt de katoen uit de vruchtschalen geplukt en worden zoveel mogelijk de pitten eruit verwijderd. Dan heeft men de ruwe katoen, die in balen geperst wordt en zo aan de spinnerijen verkocht. De katoen is dan nog betrekkelijk vuil, d.w.z. er zitten nog wel enkele pitten, takjes en blaadjes tussen.
Eerst wordt dus de katoen gereinigd en daarna begint de voorbereiding voor het maken van den draad. In een draad liggen de katoenvezels allemaal in de lengte en in de ruwe katoen zijn de vezeltjes natuurlijk kris-kras door elkaar. Het eerste wat er gebeuren moet, is dus de katoenvezels in dezelfde richting brengen. Dat gebeurt op de z.g. kras- of kaardmachine, bestaande uit trommels met stalen pinnetjes of stiftjes. De ene trommel houdt de katoen vast en de andere kamt ze uit tot een heel dun vlies van evenwijdig liggende vezels. Aan het eind van de machine wordt dit vlies bij elkaar genomen en dan ontstaat dus een betrekkelijk dikke, heel losse rol.
Deze band wordt uitgerekt en een weinig in elkaar gedraaid. Daarmee bereikt men, dat de vezels regelmatiger over de lengte worden verdeeld en dat de band iets sterker wordt. Dit is het z.g. „voorgaren”. Het voorgaren wordt op de spinmachine nog verder uitgerekt en steviger in elkaar gedraaid, zodat een draad ontstaat, die voor het weven van verschillende stoffen al sterk genoeg is. Voordat het draadje echter geschikt is voor naaigaren, moet er nog heel wat mee gebeuren.
Wanneer het ruwe garen van de spinnerij komt, wordt het in de garenfabriek bij twee, drie of meer draadjes tegelijk in elkaar gedraaid tot een regelmatigen draad. Deze bewerking noemt men twijnen. Als er meer dan drie draadjes bij elkaar worden genomen, wordt het garen meestal tweemaal getwijnd. Dubbel getwijnd garen is eigenlijk een heel dun koordje en in vele gevallen heeft dat grote voordelen.
Er komt natuurlijk nog wat meer bij kijken, want het komt er niet alleen op aan, om het garen regelmatig en sterk te maken, maar het moet ook soepel zijn. Bovendien wordt het garen altijd in een bepaalde kleur gevraagd: wit garen moet gebleekt worden en zwart of gekleurd garen wordt geverfd. Er zijn nog ongeveer twintig verschillende machines nodig, om van het enkeldraads ruwe garen het naaigaren te maken, dat je moeder gebruikt.
De hele bewerking is erop ingericht, dat het naaigaren zo gelijkmatig mogelijk is; er mogen geen dikke of dunne plekken in voorkomen en zo min mogelijk knoopjes. De beste en sterkste katoen, die er te krijgen is, en dit is de Egyptische, wordt dus veel voor garens gebruikt.
Enkelgetwijnde garens, die bestaan uit drie in elkaar gedraaide draden, worden hoofdzakelijk gebruikt in het huishouden. In confectie- en schoenfabrieken, waar de machines heel snel moeten lopen en meer dan drieduizend steken per minuut moeten maken, komen de tweemaal getwijnde garens goed te pas.