Wat is de betekenis van garen?

2019
2023-03-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

garen

garen - Werkwoord 1. (ov) (voeding) door middel van koken klaar maken voor consumptie, gaar maken 2. ergatief, (voeding) gaar worden 3. (verouderd) verzamelen garen - Zelfstandignaamwoord 1. draad die wordt gemaakt door het spinnen van vezels garen - Bijvoeglijk naamwoord 1. van garen vervaardigd

Lees verder
2019
2023-03-21
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Garen

In de verbinding een streng blauw of grijs garen in Hasselt aangetroffen voor '(een fles) jenever'. Een informant schrijft: 'Dit werd meestal gevraagd in de voedingszaak waar de "brave" huismoeder haar inkopen doet en zin kreeg in iets hartigs.' En in een Vlaamse studie over jenever lezen we: Ook vroeger, toen het nog niet gepast was dat 'n vrouw i...

Lees verder
2017
2023-03-21
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

garen

garen - regelmatig werkwoord uitspraak: ga-ren 1. gaar maken of laten worden ♢ je moet dat vlees wel drie uur laten garen Regelmatig werkwoord: ga-ren ik gaar jij/u gaart ...

Lees verder
2002
2023-03-21
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

garen

Garen is draad die door spinnen (1, 2) is gemaakt.

1990
2023-03-21
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

garen

garen - Continue draad, enkelvoudig of samengesteld, gemaakt van fijne vezels door afwikkelen (zijde), spinnen of twisten. Gebruik 'draad' wanneer de context niet uitsluitend textielmaterialen betreft. Gebruik 'koord' voor hetzelfde materiaal, maar dan dikker.

1981
2023-03-21
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Garen

wordt gebruikt bij het naaien of handwerken, maar wordt ook verwerkt tot weefsels. Garen kan ééndradig zijn (zie bij draad), maar ook meerdradig. Het samendraaien van draden tot garens kan op verschillende wijzen gebeuren, van heel los tot heel strak; dit heet twijnen. Sterk getwijnde garens zijn gladder en sterker.

Lees verder
1963
2023-03-21
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

garen

(het), (ook:) dun touw. Etym.: Ook in het Z. van Ned., elders veroud. Samenst.: timmermansgaren. Zie ook: bintegaar, naaigaren.- : zwart garen, (niet alg.) shag. Etym.: Lett. vert. van blakaté (S; blaka = zwart; (ti)té = o.m. garen), dat ook als syn. gebr. wordt.

Lees verder
1952
2023-03-21
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Garen

1. v., (op)garje, gearje, opsparje. 2. s.n., jern (it).; kluwen —, jernkleaune; draad —, jerntried.

Lees verder
1951
2023-03-21
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gären

(gor, gegoren (in eigenlijke zin); gärte, gegärt (overdrachtelijk) gisten; woelen; es gärte im Lande, het gistte in ’t land; gut gegorenes Bier, goed gegist bier.

1947
2023-03-21
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

GAREN

is een draad, die in de spinnerij vervaardigd wordt uit plantaardige, dierlijke of kunstmatige vezelstoffen door bepaalde bewerkingen, die vnl. neerkomen op het evenwijdig leggen en het om elkaar heendraaien (twisten) van vezels. Door de bewerkingen van het spinnen ontstaan enkelvoudige garens. Wanneer twee of meer enkelvoudige garens weer o...

Lees verder
1937
2023-03-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

garen

I. 1. o. -s (gesponnen draad): katoenen, wollen garen; garen afhaspelen, afwinden; garen tweernen of twijnen, dubbelen; Z.-N. fijn garen spinnen, slim te werk gaan; 2. bn. (van garen): garen handschoenen; II. gaarde, h. gegaard (uit gaderen: verzamelen): zie de bindsters garen.

Lees verder
1933
2023-03-21
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Garen

gesponnen draad.

1933
2023-03-21
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Garen

Garen - is een draad, bestaande uit een bundel evenwijdig aan elkaar liggende textielvezels, die met het oog op grootere hechtheid spiraalsgewijze samengedraaid zijn. Doel: vervaardiging van weefsels, brei- en tricotagegoederen, gaas, tulle, enz. Enkelvoudig g. is meestal een spinproduct. Door samendraaien van twee of meer g. ontstaat twern, die ev...

Lees verder
1930
2023-03-21
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

garen

('ga:rsn) I. o. (-s) [~ Lat. haru(spex), darm(kijker), waarzegger] 1. Eig. gesponnen draad : fijn, grof katoenen, linnen, wollen, zijden ; om te binden, te borduren, te breien; afhaspelen, af winden, spinnen, tweernen, twijnen, verdubbelen; een kluwen -. Gez. goed bij iets spinnen, er veel voordeel van trekken ; het is goed spinnen van een...

Lees verder
1928
2023-03-21
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Garen

Hoe wordt garen gemaakt? Het antwoord lijkt heel eenvoudig: ’t wordt gesponnen natuurlijk; vroeger deden de huisvrouwen dat zelf op een spinnewiel, maar tegenwoordig heb je grote fabrieken, waar dat gebeurt. Garen kan gemaakt worden van allerlei vezels, zoals: katoen, vlas of wol en ook wel van langere draden, zoals zijde en kunstzijde. Maar...

Lees verder
1926
2023-03-21
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Garen

Voor het net van den visscher (Ezech. 32 : 3; Hab. 1 : 15 v.). De Heere vergelijkt zich zelven in zijn strafgerichten over Egypte door de scharen der Chaldeërs met een visscher, die een krokodil uit den vloed trekt en vele lieden daarbij ter hulpe roept. In Hab. 1 : 15 wordt door den profeet geschilderd, hoe de Chaldeër de menschen versli...

Lees verder
1916
2023-03-21
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Garen

Garen - de door het spinproces (zie SPINNERIJ) uit spinvezels gevormde draad; wordt zonder meer in de weverij gebezigd of, twee-, driedubbel ineengedraaid, gebruikt tot naaien, stikken, breien, stoppen, mazen, borduren, binden enz. Naar de gebezigde grondstof onderscheidt men wollen, katoenen, vlas-, hennep-, jute-, zijdegaren, enz., terwijl ook ui...

Lees verder
1908
2023-03-21
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Garen

de door het spinproees (zie Spinnerij) uit spinvezels gevormde draad; wordt zonder meer in de weverij gebezigd of, twee-, driedubbel ineengedraaid gebruikt tot naaien, stikken, breien, stoppen, mazen, borduren, binden enz. Naar de gebezigde grondstof onderscheidt men wollen, katoenen, vlas-, hennep-, jute-, zijdegaren enz., terwijl ook uit kokosvez...

Lees verder
1898
2023-03-21
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Garen

Het begrip garen heeft 4 verschillende betekenissen: 1. garen - GAREN, o. (mv. (-s), in de bet. van soorten van garen) het uit vlas, hennep, katoen, wol, zijde of haar gesponnen draad: katoenen, wollen, zijden garen; grof, fijn garen; borduur-, bind-, breigaren; — garen afhaspelen, het op den haspel winden; — garen tweernen of twijnen...

Lees verder
1870
2023-03-21
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Garen

Garen. Wanneer plantaardige vezels of dierlijke voortbrengselen tot draden gesponnen zijn, hetzij op het spinnewiel, hetzij op fabriekmatige wijze, — wanneer vervolgens die draden op den haspel in strengen verdeeld, — voorts tot kluwens of op klossen gewonden zijn, geeft men daaraan den naam van garen, hetwelk op den weefstoel tot schering en insla...

Lees verder