(of phlegma) betekent oorspronkelijk slijm. De mensen uit den klassieken Grieksen en Romeinsen tijd, wien het natuurlijk ook al opgevallen was, dat er zoveel verschillende typen van mensen op de wereld zijn, trachtten een verdeling van de karakters te maken in aansluiting met de hoeveelheid van een bepaald soort vocht, dat in het lichaam van een mens voorkwam.
Als de vier hoofdsappen golden bloed (Latijn: sanguis), slijm (Gr.: phlegma), gele gal (cholos) en zwarte gal (melas cholos). Wanneer nu iemand bizonder volbloedig was, dan noemde men zijn temperament sanguinisch, had hij veel slijm in zijn lichaam, dan heette hij phlegmatisch; had hij veel gele gal, dan was zijn karakter cholerisch (opvliegend) en veel zwarte gal, dan werd hij melancholisch of zwartgallig genoemd.Later hebben de Grieken ingezien, dat die sappen met het temperament niet zoveel te maken hadden, als zij zich voorstelden, maar de namen bleven behouden.
Onthoud toch maar, dat onder een flegmatisch mens of flegmaticus verstaan wordt, iemand die geen sterke gemoedsbewegingen heeft en altijd kalm en bedaard blijft.
Een heer b.v., die kalm zijn krantje blijft lezen, als er naast hem een bom ontploft, geeft blijk van een grote mate van flegma.
En wie is nu in de literatuur het voorbeeld van den flegmaticus? Je vaders zullen dadelijk één naam noemen: Fogg, den onsterfelijken Engelsman uit dat prachtboek van Verne: De reis om de wereld in tachtig dagen. Maar jullie, die in tachtig dagen geen record meer kunt zien! Denken jullie ook aan den meneer, die ten slotte door zijn trouwplannen merkt, dat hij de wereld om, van West naar Oost reizend, zich één dag verteld heeft en dat hij dus zijn weddenschap — om in 80 dagen om de wereld te reizen — niet verloren maar gewonnen heeft? Waarop Phileas Fogg naar zijn sociëteit snelt en — zoals het bij Verne altijd heet — „...juist zou de klok de laatste seconde van den tachtigsten dag aangeven, toen de deur openging en de rustige, deftige figuur van het lid Phileas Fogg in de opening zichtbaar werd.” „Mijne heren, hier ben ik” — zei Phileas Fogg.
Of leest men den groten Verne niet meer?