Wat is de betekenis van flegma?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

flegma

onverstoorbare kalmte. houding die zich kenmerkt door kalmte, beheersing van emoties en een gelijkmatige stemming ongeacht de omstandigheden. Voorbeelden: Van Brussel - waar de zaak van de Zimmermann code begint - tot Praag [...], zal deze agent, die zich meesterlijk kan vermommen, een even duivelse vindingrijkheid aan den dag leggen...

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Flegma

[via VLat. van Gr. phlegma = ontsteking, slijm, ook: lymfe, van phlegein = ontsteken, branden; OFr. fleume, vgl. Ned. fluim] onaandoenlijkheid, ongevoeligheid, onverstoorbaarheid (naar de opvatting in de oudheid dat het karakter werd bepaald door het overheersen van een of ander lichaamsvocht; de flegmatici hadden...

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Flegma

onverstoorbaarheid

2024-04-28
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Flegma

Hippocrates, de Griekse geleerde die omstreeks 400 voor Christus leefde en die men de vader van de geneeskunde pleegt te noemen, meende dat vier lichaamssappen het temperament van de mens bepaalden. Een daarvan is het flegma, het slijm en wanneer dit de andere overheerst ontstaat het flegmatisch mensentype dat zich van andere onderscheidt door een...

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

flegma

slym; koelheid (gemoed).

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Flegma

kalmte, onverstoorbaarheid, ook: ongevoeligheid

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Flegma

(<Gr.-Lat.), o., g. mv., aangeboren kalmte des gemoeds, onverstoorbaarheid: in het grootste gevaar verliet zijn flegma hem niet.

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Flegma

gelijkmatige, gelijkmoedige gemoedsgesteldheid, niet onderhevig aan invloeden van buiten af of van binnen uit.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

flegma

o. slijm, slijmig vocht in ,t bloed; slijmig uitwerpsel; fluim; fig. natuurlijke ongevoeligheid, lauwheid, onaandoenlijkheid, lamlendigheid, traagheid.