Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Epicurus

betekenis & definitie

Wanneer je zegt of iemand hoort zeggen: „hij is een echte epicurist”, dan wordt hiermee bedoeld: „hij is dol op lekker eten en drinken, fuiven en pretmaken en deze dingen vindt hij eigenlijk het voornaamste in het leven.” Dat is langzamerhand zo ongeveer de betekenis geworden van het woord epicurist in den volksmond, maar oorspronkelijk betekende het heel iets anders.

De Griekse wijsgeer Epicurus, van wiens naam het woord epicurist is afgeleid, leefde omstreeks het jaar 300 v. Chr. te Athene.

Hij stichtte daar een school in een landhuis en een tuin, dien hij later aan zijn leerlingen naliet en die „de tuinen van Epicurus” genoemd werden.

Volgens Epicurus was het hoogste doel van het leven de kunst om gelukkig te zijn en dit geluk achtte hij alleen bereikbaar langs den weg van de deugd. Daarom stelde hij vriendschap, vredelievendheid, matigheid en lijdzaamheid op hogen prijs.

Hij vond verder, dat men, om in dezen kalmen, deugdzamen gemoedstoestand te blijven, alle wetenschappelijke ontwikkeling binnen zekere grenzen moest houden. Volgens zijn leer was alles, wat bestaat, ook de menselijke ziel, samengesteld uit atomen en bevonden zich de góden in ongestoorde rust in de ledige ruimte tussen de lichamen van het heelal, zonder zich om de wereld te bekommeren.

Nog langen tijd na zijn dood herdachten zijn vele Griekse leerlingen te Athene ieder jaar zijn verjaardag met een vrolijken maaltijd, waarvoor Epicurus in zijn testament een som had beschikbaar gesteld. Misschien is hierdoor wel de opvatting van „epicurist” als van iemand, die geheel voor zingenot leeft, ontstaan. Doch deze opvatting, die vele Stoïcijnen (de tegenvoeters van de Epicuristen in wijsgerig opzicht) verspreidden, is onjuist. Men kan alleen als zeer deugdzaam, matig en plichtbewust mens epicurist zijn.

< >