is een werktuig, dat speciaal in havens veel wordt gebruikt om goederen te lossen. Een elevator wordt echter evenzeer in meelmolens, branderijen, graansilo’s, suikerfabrieken enz. gebruikt.
Hij dient vooral om losse massa’s graan, zand, steenkolen en dergelijke tot betrekkelijk geringe hoogte op te heffen. De meeste elevators hebben net als de baggermachine een band zonder einde, waaraan bakken bevestigd zijn.
Deze band zonder eind is om een z.g. kraanspriet bevestigd. Jullie kunt je dit het beste voorstellen als een lange ladder, waarover in de lengte een band loopt.
De ladder is dan met scharnieren met het boveneinde aan een bak verbonden en kan zodoende met het benedeneinde in de ruimte, waaruit men wil lossen, neergelaten worden.Men laat den band dan over de ladder lopen en de emmers scheppen het materiaal op, voeren het omhoog en storten het bij het draaipunt in den bak of op een transportband, waarover het materiaal weer verder vervoerd wordt.
We onderscheiden vaste, verplaatsbare en drijvende elevators. Bij vaste elevators kan alleen de kraanspriet met den band bewegen, bij verplaatsbare elevators kan het geheel over brede rails ook nog heen en weer rijden. Drijvende elevators worden vooral gebruikt in de havens voor het lossen van graanschepen, vooral wanneer het graan van het zeeschip in het rivierschip moet worden geladen. Naast den oceaanstomer liggen dan de elevators en daar weer naast de lichters of rivierschepen. Deze graanelevators werken echter in de meeste gevallen niet met een transportband, maar met een zuigpers-installatie. Twee buizen worden van den elevator in het schip gebracht, door de ene perst men lucht, die het graan loswoelt en door de andere zuigt men het graan naar boven in een reservoir, waaruit het dan direct in de lichters valt.
Ook voor de kennismaking met elevators kan ik je weer het beste naar Rotterdam verwijzen, waar je in de haven allerlei vormen en soorten kunt waarnemen.