Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Eed

betekenis & definitie

Reeds sedert de oudste tijden is bij nagenoeg alle volken de eed gebruikt, wanneer de mensen groteren nadruk wilden leggen op sommige beweringen of beloften, of een zekeren waarborg wilden geven voor de oprechtheid van hun beweringen.

Meestal zwoeren de oude volken bij hun góden of profeten. De Mohammedanen zweren bij den baard van Mohammed. De oude wetgeving van het volk Israël beschouwde den eed als een beroep op God en zag in het breken van een eed een grote misdaad, die door God zou worden gewroken. Bij de Egyptenaren stond op meineed (het uitspreken van een valsen eed) de doodstraf. De oude Germanen hechtten grote waarde aan den eed. Wanneer iemand plechtig zwoer, dat hij onschuldig was aan het een of ander misdrijf, dan geloofde men dit ook stellig. Men vertelt zelfs, dat meineed bij hen nooit voorkwam.

In alle beschaafde landen wordt bij het afleggen van verklaringen voor de rechtbank in bepaalde gevallen de eed afgelegd.

Het zou natuurlijk beter zijn, als ieder mens voor de rechtbank steeds de waarheid sprak, ook zonder eed. Maar dit is nu eenmaal niet het geval. Daarom heeft men den eed ingevoerd. De getuige in een zaak moet, nadat de rechter hem erop gewezen heeft, dat hij verplicht is de waarheid en niets dan de waarheid te spreken, twee vingers van de rechterhand opheffen en zeggen: „Zo waarlijk helpe mij God Almachtig”. Wanneer nu later blijkt, dat die getuige, terwijl hij onder ede stond, zoals dat heet, toch onwaarheid heeft gesproken, dan kan hij wegens meineed worden ge. straft. Op deze wijze bestaat er kans, dat voor de rechtbank vollediger waarheid wordt gesproken, dan anders allicht het geval zou zijn.

Niet iedereen behoeft voor de rechtbank den eed af te leggen. Reeds langen tijd zijn degenen, die tot een kerkgenootschap behoren, dat den eed verbiedt, b.v. de Doopsgezinden, van den eed vrijgesteld. De Doopsgezinden leggen in plaats van den eed de belofte af. Zij zeggen: „dat beloof ik". Deze belofte heeft dezelfde rechtsgevolgen als de eed en een onware verklaring, onder deze belofte uitgesproken, wordt even zwaar als meineed gestraft.

Behalve voor de rechtbank wordt ook een eed afgelegd bij verschillende andere gelegenheden. De koning legt een eed af op de grondwet, — de nieuw-gekozen leden van de Staten-Generaal leggen, voor dat zij zitting kunnen nemen, twee eden af: een eed van trouw aan de Grondwet en een z.g. zuiveringseed, waarin zij verklaren, dat zij, om tot lid der Staten Generaal benoemd te worden, geen giften hebben beloofd of gegeven en waarbij zij beloven, geen geschenken of beloften te zullen aannemen, om iets in hun betrekking te doen of na te laten. Dergelijke eden worden ook afgelegd door de leden der Prov. Staten en Gemeenteraden.

Sommige eden mogen ook worden vervangen door een plechtig en nadrukkelijk afgelegde belofte.

Ook officieren worden, zoals men dit noemt „beëdigd”. Zij leggen den eed van trouw aan de koningin, van gehoorzaamheid aan de wetten en onderwerping aan de krijgstucht af.