De beroemde sterrenkundige Nicolaus Copernicus, juiste naam Niclas Koppernigk, werd in 1473 te Thorn a. d. Weichsel (Polen) geboren.
Zijn vader was een welgesteld groothandelaar en hij gaf zijn zoon een uitstekende opvoeding. Aan de universiteit te Krakau en later in Bologna (Italië) studeerde hij in de rechten en de medicijnen.
Zijn liefste studie was echter wiskunde en sterrenkunde.In dien tijd meenden de mensen allemaal, dat de aarde onbewegelijk in het midden van het heelal stond en dat zon, maan en sterren om de aarde draaiden. Onder het hoofdstuk „Aarde” hebben we hierover reeds ’t een en ander verteld.
De scherpzinnige Copernicus kon zich met deze opvatting niet verenigen en ging ijverig studeren, om te kunnen bewijzen, dat het anders was.
Reeds onder de oude Griekse wijsgeren waren er, die verondersteld hadden, dat de zon en niet de aarde het middelpunt van ons planetenstelsel vormde en dat de schijnbare draaiing van de sterren om de aarde te verklaren was door het feit, dat de aarde in 24 uur om haar as wentelde en dat de schijnbare jaarlijkse baan van zon en planeten het gevolg was van de beweging van de aarde en de andere planeten om de zon.
Bij de oude Grieken was deze leer een niet bewezen veronderstelling gebleven. Het is de grote verdienste van Copernicus geweest, dat hij bewezen heeft, dat deze veronderstelling juist was.
Het grote werk, waarin hij zijn leer uiteenzet, genaamd „De revolutionibus orbium coelestium” (Over de beweging der hemellichamen) kan men den grondslag van de moderne astronomie noemen. Het werd eerst na zijn dood uitgegeven.
Copernicus, die in zijn laatste levensjaren Domheer te Frauenburg was, stierf in 1543. Hij werd in de Domkerk te Frauenburg begraven.
